
Zoals alom verwacht heeft de Franse auteur Michel Houellebecq voor het eerst de
Prix Goncourt op zijn naam geschreven. Na hun traditionele lunch in restaurant Drouant in Parijs kenden de leden van de Académie Goncourt Frankrijks meest prestigieuze literaire prijs al in de eerste stemronde toe aan het enfant terrible van de Franse letteren voor zijn veelgeprezen roman
La carte et le territoire, verschenen bij Flammarion. Hij kreeg zeven stemmen tegen twee voor Virginie Despentes en
Apocalypse Bébé. In de roman toont Houellebecq zich opnieuw een schrander en cynisch waarnemer van onze zieltogende beschaving en ontpopt hij zich alweer tot een ware socioloog. Zwaarmoedigheid en verval domineren in deze niettemin ook snijdend grappige roman over 'kaartenkunstenaar' Jed Martin en waarin Houellebecq, 'de oude zieke schildpad' zichzelf op gruwelijke wijze om het leven brengt. De Nederlandse vertaling van het boek verschijnt volgend jaar bij De Arbeiderspers.
Virginie Despentes krijgt de 'troostprijs' de
Prix Renaudot voor
Apocalypse Bébé. Wat betekent dat de eerbiedwaardige jury's van zowel Goncourt als Renaudot toch openlijk laten zien dat ze met hun tijd mee zijn en ook voor schrijvers kozen die het kabaal niet schuwen.
De Prix Goncourt werd in het leven geroepen in 1903 door Edmond de Goncourt, ter nagedachtenis van zijn overleden broer Jules. Eerst was hij bedoeld voor het "verbeeldingsvolste proza" van het afgelopen jaar, later werd het een prijs voor gevestigde waarden. De auteur krijgt amper tien euro, maar het commercieel succes nadien is immens. Een Goncourt verkoopt moeiteloos honderdduizenden boeken.
De andere drie laatste kanshebbers waren 'punkschrijfster' Virginie Despentes met
Apocalypse bébé, Mathias Enard met
Parle-leur de batailles, de rois et d'éléphants en alweer Maylis de Kerangal met
Naissance d'un pont. Zij schreef eerder al de Prix Médicis op haar naam.
Houellebecq zag eerder zowel met
Les particules élémentaires (elementaire deeltjes) als met
La possibilité d'une île (mogelijkheid van een eiland) de Goncourt pal aan zijn neus voorbijglippen, respectievelijk aan Paule Constant en François Weyergans. Nu krijgt hij zijn revanche.
De prijs ging vorig jaar naar Marie NDiaye voor
Trois femmes puissantes (drie krachtige vrouwen).